Box 3 verandert! Wat jij als (vermogende) belastingplichtige écht moet weten
De belastingheffing in box 3 is volop in beweging. De Wet tegenbewijsregeling box 3 is inmiddels op 8 juli 2025 definitief aangenomen. Dat klinkt als een stap in de goede richting, eindelijk mogen belastingplichtigen onder voorwaarden hun werkelijke rendement opgeven. Maar wie de details kent, ziet direct dat dit vooral kansen biedt voor wie goed voorbereid is. In deze blog lees je wat jij als ondernemer of DGA moet weten om regie te houden over je vermogen.
Wat houdt de tegenbewijsregeling in?
Vanaf belastingjaar 2023 (aanslagen vanaf 2025) mag je in plaats van het forfaitaire rendement zelf aantonen hoeveel rendement je werkelijk hebt behaald op je box 3-vermogen. Denk aan spaargeld, beleggingen of onroerend goed. Dat klinkt aantrekkelijk, zeker als je rendement lager is dan het forfait. Maar de praktijk is weerbarstig:
- Je moet het volledige rendement aantonen, inclusief waardestijgingen én bijvoorbeeld huurinkomsten.
- Kostenaftrek is (vrijwel) uitgesloten, behalve rente over een box 3-schuld.
- De belastingvrijstelling vervalt in deze regeling!
Per saldo zal de tegenbewijsregeling in veel gevallen niet tot belastingteruggave leiden.
Wat zijn de forfaitaire percentages?
In 2025 en 2026 rekent de Belastingdienst met de volgende (vaste) rendementen:
Vermogenscategorie | 2025 | 2026 |
Spaargeld | 1,44% | 1,44% (voorlopig) |
Overige Bezittingen | 5,88% | 7,78% |
Schulden | 2,62% | 2,62% (voorlopig) |
De stijging naar 7,78% in 2026 betekent een forse verhoging van de belastingdruk op beleggingen en vastgoed. Dit maakt de tegenbewijsregeling aantrekkelijker, maar dan moet je aantonen dat je totale rendement over al je box 3-bezittingen lager ligt.
Wat met vastgoed in eigen gebruik?
Een speciaal aandachtspunt voor wie vastgoed bezit dat niet verhuurd wordt (bijvoorbeeld een vakantiewoning):
- Je wordt geacht een “woongenot” te hebben ter waarde van **5,06%** van de WOZ-waarde.
- Daarnaast wordt de waardestijging van het vastgoed belast.
- Hierdoor leidt een waardestijging van slechts 2,71% of meer al tot een hoger werkelijk rendement dan het forfait.
En dat zonder enige kostenaftrek, zelfs niet voor onderhoud, verzekering of advieskosten.
Voorbeeld: bij een WOZ van € 800.000 geldt een forfaitaire bijtelling van € 40.480 per jaar, puur voor woongenot.
Wanneer loont het tegenbewijs?
De regeling kan zinvol zijn bij:
- Spaargeld of beleggingen met laag of negatief rendement;
- Onroerend goed met weinig of geen waardestijging;
- Situaties waarin huurinkomsten relatief laag zijn t.o.v. de WOZ-waarde;
- Grote box 3-schulden, waar wél renteaftrek voor geldt.
Maar let op: de bewijslast ligt volledig bij jou. En daar komt het verplichte OWR-formulier bij kijken.
OWR-formulier: verplicht en complex
Wie gebruik wil maken van de tegenbewijsregeling, moet het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR) invullen.
Belangrijke punten:
- Vanaf juli 2025 verstuurt de Belastingdienst gefaseerd brieven met uitnodigingen.
- Zonder deze uitnodiging kun je het formulier niet invullen.
- Voor vorderingen en schulden moet je de economische waarde aangeven, die is vaak lastig vast te stellen.
Wat kun je nu doen?
- Maak een inschatting van je werkelijke rendement en bekijk per vermogenscategorie hoe je hebt gepresteerd in 2023–2025.
- Temper verwachtingen. De tegenbewijsregeling lijkt aantrekkelijk, maar biedt zelden écht voordeel bij vastgoed in eigen gebruik of sterk gestegen beleggingen.
- Bereid je goed voor. Zorg voor documentatie: WOZ-beschikkingen, jaaroverzichten, waardestijgingen, etc. Die heb je nodig voor het OWR-formulier.
Overleg met je adviseur. Niet iedere belastingplichtige krijgt voordeel uit deze regeling. Samen kunnen we beoordelen of het voor jou zinvol is – en wat de te verwachten teruggave is (als die er is).
En wat na 2026?
Vooralsnog staat gepland dat in 2028 het nieuwe box 3-stelsel ingevoerd wordt: de Wet werkelijk rendement. Dan:
- Daalt de bijtelling voor woongenot naar 3,35%;
- Wordt kostenaftrek wél toegestaan.
Deze regeling lijkt eerlijker, maar is nog niet definitief. Tot die tijd geldt de tegenbewijsregeling mét alle haken en ogen.
Conclusie.
Box 3 verandert. En als vermogende ondernemer of DGA is het belangrijk om voorop te blijven lopen. Of het nu gaat om vastgoed, beleggingen of spaargeld: fiscaal optimaliseren begint bij inzicht.
Wil je weten of tegenbewijs voor jou loont? Of je goed voorbereid bent op 2026? Laten we samen jouw positie doorlichten.
